Mijn laatste artikel was hoog in de lucht geschreven onderweg naar de Verenigde Staten. Dit artikel echter is in verschillende keren, en in een aantal verschillende landen samengesteld met dank aan onze "vrienden" in Iran.
Na een tijdje in Amerika te zijn geweest, reisde ik eindelijk terug om thuis te zijn voor de Hoge Feestdagen. Alles was al geregeld. Mijn vrouw was druk met koken en ongeveer 25 jesjiewa-jongens hadden al bevestigd dat ze de jom tov (feestdag)- en sjabbat maaltijden bij ons zouden eten.
Gestrand in Athene
Tegen deze tijd waren er alleen nog maar een paar plekken in Europa die nog regelmatig van (en naar) Israël vlogen. Eén daarvan was Griekenland. En dat was dus ook mijn bestemming. Ik vloog van New York naar Athene, en vanuit Athene had ik een vlucht naar Tel Aviv.
Toen ik echter aankwam op de luchthaven van Athene, bleek mijn vlucht geannuleerd te zijn. Ik was één van de vele tientallen gestrande passagiers die allemaal moeite hadden om lege stoelen te bemachtigen van de resterende vluchten; in de hoop toch nog op tijd thuis te zijn voor Rosj Hasjana.
Tot mijn grote opluchting zou ik een van de twee laatste beschikbare stoelen krijgen voor de volgende Arkia-vlucht naar Israël. Maar... uiteindelijk verkocht de stewardess deze aan iemand anders, en moest ik alsnog 5 uur langer wachten op mijn volgende kans om een andere ticket te kopen.
Tijdens dit wachten kwamen er berichten binnen dat Iran op het punt stond een aanval uit te voeren. En terwijl ik met mijn vrouw over de telefoon sprak, vond deze aanval plaats. Ik hoorde de luchtalarmsirenes over de telefoon, samen met de paniekerige kreten van mijn kinderen die hierdoor wakker schrokken.
Een paar uur later, toen ik eindelijk in de rij stond om een ticket te kopen, werden alle vluchten - zelfs El Al, Arkia en Israir - plotseling geannuleerd; waardoor honderden mensen - waaronder hele gezinnen met kleine kinderen - de nacht voor het Joodse Nieuwjaar gestrand waren in Athene. En de vlucht waar ik eerder die dag bijna op was gestapt?
Deze vlucht werd midden in de lucht teruggestuurd... Alle passagiers moesten uiteindelijk uitstappen, zonder dat ze hun bagage terug konden krijgen. Van 23.50 tot 5 uur 's ochtends had ik nog steeds geen idee waar ik zou zijn voor Rosj Hasjana. Mijn vrouw had nog steeds veel eten, en onze gasten wisten nog steeds niet waar ik was.
De 'selichot'-gebeden
Op de avond voor Rosj Hasjana zeggen we speciale 'selichot'-gebeden waarin we G-d vragen om geen streng oordeel over ons te vellen omdat we dit niet kunnen overleven. Dus vragen we G-d om naar ons te luisteren. En wat is een betere plek om dat te doen dan vast te zitten in the middle of nowhere op weg naar het Heilige Land?
Eén van de speciale momenten op de luchthaven van Athene was toen we deze gebeden zeiden en G-d bedankten en dansten voor wat er ook gebeurde.
Terwijl er honderden mensen gestresst gestrand zaten op het vliegveld was er een groepje chassidim die dansden en zongen: “Zonder de goedheid van G-d zou ik geen hoop hebben.”
Want zelfs als we niet begrepen waarom dit gebeurde, accepteerden we het toch, omdat we geloofden dat alles wat G-d doet goed is.
Een thuis ver van huis
Uiteindelijk werd het duidelijk dat het onmogelijk was om op tijd thuis te zou zijn voor Rosj Hasjana. Maar om één van de heiligste dagen van de Joodse kalender in Griekenland door te brengen, voelde persoonlijk als een 'omgekeerde Chanoeka'. Dus accepteerde ik de uitnodiging van een vriend om in Londen te zijn voor Rosj Hasjana.
Ik liet een bericht achter voor de jesjiewa-jongens dat ik vastzat, en dat ik uiteindelijk naar Londen zou vliegen. Tegen de tijd dat ik daar aankwam, en de synagoge van onze chassidische groepering binnenliep, wist iedereen al dat ik zou komen. De Londondse jeshjewa-jongens die veel bij ons eten, hadden hun vaders al verteld van mijn komst. En zo werd alles uiteindelijk toch geregeld.
Ondanks alle omstandigheden was het alsnog een zeer fijne feestdag in een “thuis ver van huis”. Maar welke Jood denkt niet aan Jeruzalem? Vooral tijdens zulke heilige dagen, en in zo’n tijd als deze. Deze Rosj Hasjana deed mij echt denken aan de woorden van Rabbi Yehuda HaLevi (1075-1141), de Joodse geleerde, dichter en filosoof die het grootste deel van zijn leven in het islamitische Spanje woonde:
“Mijn hart is in het oosten, en ik in het uiterste westen - hoe kan ik smaak vinden in voedsel? Hoe zal het zoet voor mij zijn?”
Terwijl wij onze gebeden zeiden waren onze gedachten bij het land Israël, en toen de heilige dagen voorbij waren, checkte men meteen de laatste gebeurtenissen van de situatie in Israël. Het zijn in Londen voor Rosj Hasjana, liet mij opnieuw zien hoe elke oprechte Jood echt geeft om wat er gebeurt in het land Israël.
7 oktober
Ironisch genoeg was het op 7 oktober dat ik eindelijk terug kon vliegen naar Israël. Tijdens het opstijgen zei de piloot een paar woorden ter nagedachtenis aan degenen die die dag, en sindsdien, hun leven hadden verloren. Wat me deed denken dat we het afgelopen jaar grote wonderen hebben gezien, en tegelijkertijd ook hartzeer hebben geleden.
De ene dag zagen we de open hand van G-d. En de volgende dag was die gehuld in wat we in het Jodendom ‘hester panim’ noemen - verborgen G-ddelijke leiding. Wat dit G-ddelijke plan is, weten wij niet, en is onbegrijpelijk. Maar toch heb ik het gevoel dat we op een moment in de geschiedenis staan dat het Joodse lot drastisch zal bepalen.
In het afgelopen jaar hebben we ontdekt wie onze ware vrienden zijn. Zij hebben met ons gerouwd en gevierd. Tegelijkertijd: hebben we ook ontdekt wie onze vijanden zijn, gekleed in schaapskleren, en helaas waren dat zijn velen.
Dat dit nieuwe jaar een jaar van ware vriendschap, liefde en broederschap zal zijn. Mogen we allemaal echt verenigd zijn, en moge Hasjem ons alleen zegenen met goeds, en echte vrede. In de Joodse liturgie sluiten we elke gebedsdienst af met het volgende gebed voor vrede:
"Moge degene die Boven vrede brengt, vrede brengen voor ons en voor heel Israël, en laten we hierop 'Amen' zeggen!"
Amen.